Ik ben nog steeds aan het rondreizen door Namibië. Ik
ga elk hotel binnen om te vragen of ze Tirza hebben gezien. Bijna elke dag belt
mijn ex of ik iets meer weet van Tirza. De moeder van Tirza wil graag opnieuw
een relatie beginnen, maar dat zie ik op dit moment nog niet zitten. Ik mis ze
ook helemaal niet, maar Tirza uiteraard wel.
Terwijl ik verder doorga, kom ik in een dorpje Kaisa
tegen, een klein meisje. Ze vraagt me of ik gezelschap wil. Doorheen mijn tocht
neem ik haar mee. Ik laat haar tijdens de nachten naast mij slapen. De reden
waarom ik ze meeneem is, omdat ze op vele vlakken op Tirza lijkt. Het enige
nadeel is dat de mensen een verkeerd beeld van je krijgen. Daarom dat ik haar
mijn nichtje noem.
Zonder dat ik het besef, behandel ik haar zoals een
volwassene. Ik praat met haar over de liefde en over de wereld. Enkele dagen
nadien, kan ik me niet meer inhouden om in het boekje van Tirza te kijken. Ik
zie dat er een emailadres en een wachtwoord instaat. Door deze vondst ontvang
ik een e-mail van Tirza. Ik neem meteen mijn telefoon en bel naar mijn ex om te
zeggen dat ik wat gevonden heb, maar wat ze niet hoeft te weten is dat er
iemand bij me is. In de mail staat dat ze waarschijnlijk in de woestijn zit.
Nu ik dit weet, probeer ik zo snel mogelijk aan een
jeep met een chauffeur te vinden om naar de woestijn te gaan om daar te
sterven. Onderweg naar de woestijn vertel ik alles aan Kaisa. Ook dat ik een
relatie had met mijn werkster, maar dat ze er met een deel van mijn geld
vandoor is. Ik merk zelf dat ik een deel van de realiteit ben verloren. Ik wil
de woestijn in en op een nacht vertel ik aan Kaisa wat er echt gebeurd is in
het vakantiehuis van mijn ouders. Nadat ik had gezien hoe Tirza en Choukri in
elkaars armen lagen. Ik ben boos geworden, omdat ik vond dat dit geen liefde
was. Ik kon mijn woede niet meer bedwingen waardoor ik een pook heb genomen
waarmee ik Tirza heb geslagen. Zij was opslag dood. Choukri kwam toen naar me
toe gelopen. Vervolgens heb ik de machinezaag genomen en hem in stukjes
gezaagd. De twee lijken heb ik toen in de tuin van het huis begraven. De dag
nadien moesten ze normaal naar de luchthaven gevoerd worden. Ik ben effectief
naar de luchthaven gereden en heb daar niemand uitgezwaaid.
Ik vertel Kaisa dat ik nog steeds op zoek ben naar
Tirza, terwijl ik besef dat ze er niet meer is. Dat denk ik toch of speelt dit zich
allemaal in mijn hoofd af? De volgende dag gaan ik en Kaisa met de jeep naar de
woestijn. Ik hoop daar definitief te verdwijnen, maar Kaisa neemt mijn hand en
wil me niet meer loslaten. Ze brengt me terug naar de hotels. Eenmaal daar
aangekomen zie ik dat mijn ex een bericht heeft gestuurd met de vraag om
onmiddellijk naar huis te komen, omdat het lijk van Tirza gevonden is. Wat
gebeurt er? Ik ben al drie dagen niet meer uit mijn hotelkamer gekomen. Ik heb
hier vertoeft in het gezelschap van Kaisa. Het moment is aangebroken dat ik
Kaisa ga verlaten. Ik vertel haar dat ik snel zal terugkomen om haar op te
halen. Ik beloof dat ik ook een stichting voor straatkinderen zal oprichten.
Op weg naar de luchthaven kom ik nog een schoenenwinkel
tegen. Ik koop er schoenen voor mij en ook voor Kaisa. Het laatste wat ik Kaisa
vertel is dat ik maar één echte relatie heb gehad en dat is die met Tirza. Ik
vergeef haar ook dat ze me niet heeft laten gaan in de woestijn. Ik neem
afscheid en wanneer ik door de douane loop, hoor ik Kaisa nog schreeuwen, maar
daar blijft het ook bij.
Eenmaal terug aangekomen in Nederland neem ik de tram
naar huis. Wat een drukte in onze straat. Ik hoor een stem in mijn hoofd die
vraagt of ik gezelschap wil, maar het is niet Kaisa, het is Tirza. Mijn
ex komt mijn huis uit en loopt naar mij. Ik zie ook nog mensen van de media.
Wanneer ze me iets vragen maak ik meteen reclame voor stichting voor
straatkinderen. Ik moet Tirza bellen dat haar lichaam gevonden is. Ik bel ze,
maar ze neemt niet op. Het enige wat ik nog hoor is haar voicemail.